Mae Hong SongMae Hong Son. Een schitterend isolement.
|
Mae Hong Son is uitgegroeid tot een van de populairste toeristische bestemmingen van Thailand en heeft naast tientallen pensions ook accommodatie voor Thaise en westerse groepsreizigers die grootsteedse luxe op prijs stellen. De meest rugzaktoeristen komen hierheen voor een trektocht of een wandeltocht door het fraaie landschap.
Anderen worden aangetrokken door het koele klimaat en de ongehaaste sfeer. Hoewel van november tot februari een stroom toeristen de markten met souvenirkraampjes overspoelt en de restaurants bevolkt, is Mae Hong Son buiten het hoogseizoen nog steeds een klein en slaperig stadje.
Mae Hong Son ontstond in 1831 als een trainingskamp voor olifanten die in de omringende oerwouden werden gevangen ten behoeve van de prinsen van Chiang Mai. Het Jong Kham-meer in het zuidoosten van het nieuwe stadsgedeelte was vroeger de plek waar de olifanten werden gebaad. Het vangen en africhten van de koninklijke olifanten was voorbehouden aan de Thai Yai (of Shan), een volk met Myanmarese tradities dat de helft van de totale bevolking uitmaakt.
In de provincie wonen verder verscheidene bergstammen (Karen, Lisu, Hmong en Lawa) en, geconcentreerd in de provinciale hoofdstad, een kleine minderheid van Thai. Sinds kort zijn daar de vluchtelingen uit Myanmar bijgekomen. Zij leven in kampen tussen Mae Hong Son en de grens, onder omstandigheden die niet uitnodigen tot toeristische bezoeken.